Dreyfus model
Het Cursusburo en zusterorganisatie OpenCert maken gebruik van het Dreyfus model als toetsingsinstrument voor verworven vaardigheden. Het Dreyfus model helpt inzichtelijk te maken hoe studerenden door middel van formele trainingen en oefeningen kennis en vaardigheden hebben verworven.
Het Dreyfus model is vernoemd naar de broers Stuart en Hubert Dreyfus, die op 21 mei 1980 een onderzoeksverslag getiteld “A Five-Stage Model of the Mental Activities involved in Directed Skill Acquisition” hebben gedeponeerd aan de universiteit van Berkeley. Stuart Dreyfus was in die tijd onderzoeker bij het Department of Industrial Engineering en Hubert Dreyfus deed onderzoek bij het Department of Philosophy. Het verslag is ontstaan als resultaat van een gemeenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van gerichte training voor het opdoen van nieuwe vaardigheden. In latere jaren zou het model door Stuart Dreyfus worden verfijnd tot het instrument waar we tegenwoordig gebruik van maken.
Anyone who wishes to acquire a new skill is immediately faced with two options. He can, like a baby, pick it up by imitation and floundering trial–and-error, or he can seek the aid of an instructor or instructional manual. The latter approach is far more efficient, and in the case of dangerous activities, such as aircraft piloting, essential.
Iemand die volledig nieuw is in een vakgebied en geen idee heeft wat hij of zij aan het doen is, is een novice. Als je kennis hebt van de materie en je weg kunt vinden in het vakgebied dan ben je beginner. Iemand die geconfronteerd wordt met nieuwe situaties binnen het vakgebied waar het geleerde niet meer van toepassing is, heet competent. En wie heel goed is geworden in zijn vak, heet proficient. Iemand is een expert als het vakgebied intuïtief wordt benaderd en uitdagingen routinematig, bijna gedachteloos, worden aangegaan. Nederlandse vertalingen zouden ’trainee’, ‘beginner’, ‘vaardig’, ‘bekwaam’ en ‘deskundig’ kunnen zijn.
Kennis | Kwaliteit van werken | Autonomie | Omgang met complixiteit | Contextuele perceptie | |
---|---|---|---|---|---|
1 Trainee | Minimale, of theoretische kennis zonder verbinding met het vakgebied | Waarschijnlijk niet bevredigend tenzij nauwlettend begeleid | Heeft nauw toezicht of instructie nodig | Weinig of geen idee van omgaan met complexiteit | Heeft de neiging acties geïsoleerd te zien |
2 Beginner | Parate kennis over belangrijke aspecten van het vakgebied | Eenvoudige taken worden waarschijnlijk op een acceptabel niveau voltooid | In staat om sommige stappen naar eigen inzicht te bereiken, maar toezicht nodig voor algemene taken | Waardeert complexe situaties, maar alleen om een gedeeltelijke oplossing te bereiken | Ziet acties als een reeks stappen |
3 Vaardig | Goede parate en achtergrondkennis over het gehele vakgebied | Geschikt voor het doel, hoewel het misschien verfijning mist | In staat om de meeste taken naar eigen inzicht uit te voeren | Gaat om met complexe situaties door middel van weloverwogen analyse en planning | Ziet acties ten minste gedeeltelijk in termen van langere doelen |
4 Bekwaam | Diepgaand begrip over het werkveld en expertisegebied | Volledig acceptabele norm die routinematig wordt bereikt | In staat om volledige verantwoordelijkheid te nemen voor eigen werk (en dat van anderen indien van toepassing) | Deals with complex situations holistically, decision making more confident | Ziet ‘grotere plaatje’ en hoe individuele acties daarbinnen passen |
5 Deskundig | Gezaghebbende kennis over het werkveld en diepgeworteld begrip van het gehele vakgebied | Uitmuntendheid bereikt met relatief gemak | In staat om de verantwoordelijkheid te nemen om verder te gaan dan bestaande normen en een eigen interpretatie te creëren | Holistisch begrip van complexe situaties, schakelt gemakkelijk tussen intuïtieve en analytische benaderingen | Ziet ‘grotere plaatje’ en alternatieve benaderingen; visie op wat mogelijk is |
Het Dreyfus model is niet perfect. Het heet ‘model’ om een reden: het is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid en daar horen beperkingen bij. Zaken om rekening mee te houden is dat geen van de niveau’s garanties geeft voor een goed resultaat: iedereen maakt fouten en door het maken van fouten leer je. Ook deskundigen maken fouten en dat levert als extra risico op dat deze fouten roekeloos worden overgenomen door zowel beginners als gevorderden. En als laatste zijn deskundigen niet per sé goede docenten: deskundigen kunnen goede docenten zijn, maar ze zijn ook niet altijd meer in staat om uit te leggen waarom ze iets op een bepaalde manier doen.